Ben je slecht op school, m'n kind, in taal en rekenles Zodat je geen zevens en achten haalt, en zelden maar een zes Je bent net zoveel waard als de knapste kop, en dikwijls nog een ietsje meer Dus luister naar dit lied, domoor, en zing het telkens weer
refr.: Ze hebben je maar wat wijs gemaakt, arme drommel, arme drom Dat knap-zijn zoveel beter is, dan dom, dan dom, dan dom Ze liegen, ze bedriegen, ze bedonderen de kluit (ze bedonderen de kluit) Een domoor of een knappe bol; 't maakt geen donder uit
Al die domme cijfertjes: een vier, een vijf, een drie Je wordt heus wel groot, een volwassene, al ben je geen genie En je vond er misschien 't buskruit niet uit, dus ook geen neutronenbom (Bravo; hij is niet de uitvinder van het afschuwelijke wapen Dus laten we de domoor dit jaar de nobelprijs voor de vrede geven) Maar wie knap-zijn zo belangrijk vindt, die is pas goed stom
refr.
En daarom zingen wij in koor, dat iedereen het hoort Lang leve de zwakke broeders en zusters Lang leve de domoren