Ik lig zo vaak te denken, met m'n handen onder 't hoofd: Een bed is 't begin van alle dingen Zo dikwijls, als 't donker werd, heb ik mezelf beloofd Daar honderdduizend liedjes van te zingen Maar ging dan 's morgens 't licht weer aan Dan ben ik haastig opgestaan Om een, twee, drie, een boterham te eten Pas na een dag vol zaken en zo Vol narigheid en radio Dacht ik: Lief bed, 'k had je helemaal vergeten Dan lag ik weer te denken, met m'n handen onder 't hoofd Een bed is ook 't eind van alle dingen En als 't dan goed donker werd, heb ik weer mezelf beloofd Daar honderdduizend liedjes van te zingen
Het leven begint en 't eindigd in bed En de grote boze wereld ligt daar tussen Al wier 't daglicht zijn zaken niet redt Die vindt in 't donker een steun aan z'n kussen Je pakt 'ns een (??), 't is je bleke vriendin Je lacht of je huilt of je bijt 'r 'ns in Die dikke (??) deken, zo wollig en vet Dekt Fransen, Chinezen en Yankees en Russen Elk leven begint en 't eindigd in bed En de grote boze wereld ligt daar tussen
Zo lig ik dan te denken: ligt nou Truman ook in bed Dat beeld kan mij zo'n simp'le vreugde schenken 't Is eig'lijk zo gewoon, maar 't geeft een beetje binnenpret Heel eventjes aan Drees in bed te denken Als Stalin in de dekens ligt Zijn ijzeren gordijn potdicht Is dan die Sovjet Unie nog zo'n wonder Wie Lieftink op 't kussen ziet Gelooft in vermogen (??) niet Lieftink in bed, met 'n schatkistje d'r onder
Zo lig ik dan te peinzen: Ligt Gerbrandy nou in bed Dat beeld kan mij zo'n simp'le vreugde schenken 't Is eig'lijk zo gewoon, maar 't geeft een beetje binnenpret Rijkseenheid met een snor in bed te denken En wordt 't straks pauze op die grote foyer Bekijk dan de mensen en meng je d'r tussen Bepeins dan 'ns even dat gekke idee: Straks, over een paar uur, ligt dat alles op 't kussen De ogen gesloten, als luiken voor een huis Geen glimlach aan touwtjes, in bed ben je thuis Daar liggen wij dan, die we werkelijk zijn De baarden, de snorren, de krullen, de vlechtjes Heel oud en heel wijs soms, maar jong nu en klein (??) even, niets forceren, geen gevechtjes
Zo lig ik dan te peinzen: waarom doen wij eig'lijk zo Wat spelen wij de leuke en de vlotte Want onder veler bed staat een gewone witte po Wat zullen wij elkander nou bedotten De helft van je energie verspeel je in de komedie Van: "Mens, heb jij me pakkie al bekeken" Terwijl je weet van Ot en Sien Van Sartre tot voorbij Stalin Ligt iedereen zo doodgewoon onder z'n deken Dan denk ik soms: Wat kunnen mensen mens'lijk zijn als 't moet Wat doen wij dan krijgshaftig, koel en netjes Als ik maar wat te zeggen had, dan stopte ik voorgoed Het hele mensdom lekker in hun bedjes