's Morgens word ik wakker na een lange nacht Knipper met mijn ogen en krab wat zacht Aan mijn kruis en onder mijn arm Ik snuffel in het rond en ik krijg het warm Want
refr.: Ik stink (Ja, hij stinkt) Ik stink (Ja, hij stinkt) Ik stink (Ja, hij stinkt) Ik stink (Ja, hij stinkt)
Voel ik de spanning stijgen dan is het bijna tijd Om mij te gaan ontlasten van mijn ontbijt 'k Verlaat het kleinste hokje, er arm voel ik me rijk Mijn opvolger krijgt een probleem Dus ik wacht en ik kijk, wan
refr.
Heb ik dan een afspraak, met baas, vriendin of maat Dan maak ik mij al zorgen, om de lucht uit mijn gelaat Geen tandpasta kan winnen, geen borstel sterk genoeg Geen mondspray is te vinden, die die lucht ooit versloeg Want
refr.
Heb ik de vrouw gevonden die met me mee wil gaan Dan vraag ik me al af, of alles haar aan zal staan Rollend op het bed, morrelt ze aan mijn schoen De angst slaat om mijn hart, wat moet ik nu toch doen Want
refr.
Ik ben mezelf, ik ben mij Ook mijn lichaamsluchten, 't hoort er allemaal bij Een goeie scheet en een harde boer Stinkende sokken, 't interesseert me geen moer Want