In de stille kempen, op de purp'ren hei, Staat een eenzaam huisje, met een kerk erbij. En een zomeravond, in gedroom alleen, Kwam ik ongeweten langs dit huisje heen.
Hoe schoon nog de wereld, de zomerse hei, Dat is hier op aarde de hemel voor mij! Hoe schoon nog de wereld, de zomerse hei, Dat is hier op aarde de hemel voor mij!
In het eenzaam huisje, zat een meisje ach ! Lijk ik nergens anders ooit een meisje zag ! Door het venster keek ze mij verlegen aan, Schoof 't gordijntje toe en is maar opgestaan
Hoe schoon nog de wereld, de zomerse hei, Dat is hier op aarde de hemel voor mij! Hoe schoon nog de wereld, de zomerse hei, Dat is hier op aarde de hemel voor mij!
Maar wat heeft de liefde, ook hier niet verricht ! Want nu schuift 't gordijntje nooit nog voor me dicht ! Door het open venster, dat men vroeger sloot, Lach ik op ons kindje op zijn moeders' schoot.
Hoe schoon nog de wereld, de zomerse hei, Dat is hier op aarde de hemel voor mij! Hoe schoon nog de wereld, de zomerse hei, Dat is hier op aarde de hemel voor mij!