In zijn gedachten was zij een slet En zij was dan het kamermeisje onder hem in bed De nachtzuster was zij, een blanke slavin Strak in het korset Een zware negerin Of een boerin tegen de dijk
En zij was alle vrouwen Alle vrouwen tegelijk
En hijzelf was de matroos De snelle Italiaan, de onschuldige scholier De vrachtwagenchauffeur met zijn broek nog aan Een blonde Germaan Zanger, schilder, dichter, kunstenaar was hij hier
En zij was alle vrouwen Alle vrouwen op zijn manier
En het bed was een achterbank Een overvolle tram, een bioscoopbalkon Een vliegtuig boven de oceaan Met slapende mensen rondom Op het toilet van een trein In een portiek bezat hij haar
En zij was alle vrouwen Alle lijven, alle wijven bij elkaar
En in paniek van zweet De vloedgolf haalt hem in Stoot hij zijn wanhoop dood Hij volgt zijn lichaam tot Het zich met pijn van genot Uitschreeuwt in de nood En hij zichzelf verloren weet In het heelal van haar schoot
En zij was alle vrouwen Zij is al zijn angsten zo groot