Als het 's avonds donker wordt En ik moet alleen naar m'n kamer De gang over, de trap op Vlak langs die donkere ramen Dan piept de deur en kraakt de trap Als ik naar boven wil lopen 't Is net of er iemand voor de grap Achter me aan is geslopen
Maar kijk ik om, dan zie ik niets En loop ik verder, hoor ik hijgen Ik hol, ik ren, ik spring, ik vlieg Bang dat ze me te pakken zullen krijgen
En ik roep dan:
refr.: Nee, ik ben niet bang voor spoken Nee, nee, ik ben niet bang voor spoken Nee, nee, ik ben niet bang voor spoken Ik ben niet bang, ik ben niet bang, ik ben niet bang
Boven kruip ik in m'n bed Heel ver weg onder de dekens Als het licht uit is, is het net Of ik stiekem word bekeken Dus laat ik het aan, totdat M'n moeder me een zoen komt brengen Ze noemt mij haar lieve schat Maar ja, ze ziet niets van al dat enge
Ze zegt dat spoken niet bestaan Maar zij heeft makkelijk praten Zij is al zo groot en sterk Die zullen ze wel met rust laten
refr.
Nu lijk ik nog erg klein Maar ik word groot en ook veel sterker Hoef ik nooit meer bang te zijn Of hoef ik niets te laten merken Als ik 'boe' roep, dan staan ze stijf Van schrik en de bibberstuipen Oh, wat moet dat heerlijk zijn Als al die stomme spoken voor mij wegkruipen
Maar voor ik zo groot ben als m'n ma Niet meer bang voor al die domme dingen Jaag ik de spoken op de vlucht Door steeds heel erg hard te zingen