Ik schrijf je om te zeggen hoe blij ik voor je ben Dat jij nu heel gelukkig bent met Jan Hij is ook wel een bofkont, met zo'n leuke vrouw als jij Maar waarom, waarom nou een timmerman Begrijp me goed, persoonlijk heb ik op een timmerman Niets tegen, want die moeten er ook zijn Zo'n man heeft ook behoefte, en een timmerman in huis Die alles maken kan, lijkt me best fijn Hij hoeft voor mij niet dood, bijvoorbeeld door verdrinking In pas gestort en snelhardend cement Ook niet onder een trein, met dusdanige verminking Dat zelfs zijn moeder hem niet meer herkend Of, op een mooie dag, plotseling en niets vermoedend Terwijl hij met jou wandelt in de zon In het zwenkbereik van een kraan, door het breken van een kabel Geplet te worden door een blok beton Timmerman, timmerman, timmer-timmer-timmerman
Toen ik gisterenavond langs liep en bij jou naar binnen keek Kon ik goed zien hoe hij aan jouw tafel zat Met z'n hamer en z'n beitel en je lachte lief naar hem Wat een aandoenlijk tafereel was dat Ik hoop voor hem dat hij overweg kan met jouw grillen Jouw drift, jouw mateloze trots, ik niet En dat die brede smile, waarmee hij nu nog rondfietst Niet om zal slaan in drankzucht en verdriet Hij hoeft voor mij dus niet van een steiger af te vallen En meer dood dan levend naar 't ziekenhuis Of van z'n zadel af en keihard met z'n ballen Op de stang met helse pijnen in z'n kruis Nee, zonde van zo'n man, die goed is met een hamer En op z'n vrije zaterdag graag vist En met een vrouw als jij hoeft het noodlot niet te werken En timmert een man aan z'n eigen kist Timmerman, timmerman, timmer-timmer-timmerman Timmerman, timmerman, timmer-timmer-timmerman Timmerman, timmerman, timmer-timmer-timmerman Timmerman, timmerman, timmer-timmer-timmerman