Hier al in de lage landen Overwegend recht en plat Zie je steeds meer mountainbikers In een fietsbroek, strak en glad 't Is een zielige vertoning Als je zo'n grote kerel ziet Die zich rottrapt op z'n fietsje Zonder berg in het verschiet
refr.: Lucht en leegte, lucht en leegte De prediker had wel gelijk Toen hij deze woorden opschreef Dacht hij aan de mountainbike
In een land waar men geen alpen Hooguit lichte heuvels telt Waant een mountainbike bezitter Zich al gauw een wielerheld Zo'n mentale lilliputter Noemt de Hondsrug al een top En daarmee pompt een mountainbiker Al zijn dwergenego op
refr.
O, geen fiets zo oppervlakkig En geen tweewieler zo laf Op een mountainbike, al klimmend Gaat het geestelijk bergaf Ja, een mountainbike berijder Dat is bijna net zo dwaas Als surviven in de voortuin En diep seadiven in de Maas