Toen ik jou voor het eerst ontmoette En jij mij uit de hoogte groette Werd ik van jou hetzelfde ogenblik bang Want behalve zomersproeten En jij van hoofd tot aan je voeten Ook nog een meter achtennegentig lang En dat vind ik wel bezwaarlijk Want iedereen lacht onbedaarlijk Geef ik jou een arm Dan lijkt het wel of ik hang Maar ach ja, aan alles wen je toch Ik vind jou wel lief al ben je nog Een meter achtennegentig lang
Toen jij laatst als een sportieve vrouw In het openluchtbad zwemmen wou En van de plank een zweefduikkie nam Heb je je daarbij zo uitgestrekt Plots was toen het zwembad overdekt Het was een meter achtennegentig lang En je hemd kwam uit de wasserij Daar zat toen een heel kort briefje bij Dat was van het allergrootste belang Heus mevrouw dit is de laatste keer Voortaan wassen wij geen tenten meer Van een meter achtennegentig lang
Ik heb het gistermiddag zelf gezien Want toen vloog pardoes een vliegmachien In je haar en daarvoor was ik al bang De piloot krijgt hier de schuld niet van Want het ligt toch heus alleen maar an Jouw een meter achtennegentig lang Twee jaar zijn wij nu alweer getrouwd Wat de mensen zeggen laat me koud Ik ga iets kopen waar ik zo naar verlang En dat is een ledikantje klein Maar het moet beslist uitschuifbaar zijn Tot een meter achtennegentig Een meter achtennegentig Een meter achtennegentig Een meter achtennegentig lang