Ze was de mooiste meid van 't hele dorp Ze was de trots van alle ommelanden Als je d'r schouders en d'r dikke kuiten zag Dan stond het water dadelijk in je handen Als ze voorbij kwam op d'r oude Fongers fiets En d'r stond een harde tegenwind Dan wist een elke kerel waar die kijken moest Het was een heerlijk kind
Omdat ze onbetwist de allermooiste was Werd in het hele dorp met haar gegeurd Als er een bloemenkoningin moest wezen Dan viel natuurlijk haar die eer te beurt En bij een voetbalcompetitie of een roeiwedstrijd Bevochten ze mekaar als leeuwen Want elke mededinger wist maar al te goed Dat zij de prijzen uit mocht delen
Zo was ook een keer een soort concours hipique Waarbij het hele dorp weer aan de kant zat Omdat men dat jaar nogal goed bij kas zat Was de eerste prijs een zweep met zilveren handvat Na afloop van de wedstrijd stond zij op het podium En naast haar stond de kampioen En de spanning steeg ten top want iedereen die was Benieuwd wat of ze nou zou doen
Zou ze het doen, zou ze het doen Dat was voor iedereen de vraag Geeft ze hem een zoen, geeft ze hem een zoen Geeft ze hem de volle laag Ze gaf hem een zoen Van afgunst zagen alle mannen groen En blozend zei de minnaar "Was ik maar haar minnaar Want wat heb ik aan die poen Enkel en alleen die zoen, die zoen, die zoen Daar was't me om te doen" Jaja
De acclamatie echter was nogal verdeeld Want alle mannen wreven in d'r handen Alleen de dames uit de buurt, vooral de middelbare dames Riepen luidkeels "schande" En toen een entousiasteling het voorstel dee Om elke maand een wedstrijd te gaan rijden Toen is dat afgeketst omdat de vrouwen dreigden Zich gezamelijk te laten scheiden
Maar toen het jaar daarop de dameskrans besloot Een honderdjarige te gaan eren Van wie men wist dat het zijn allerliefste wens was Om alsnog te emigreren Toen sprak die mooie meid "we sparen met z'n allen Voor een vliegreis en die bied ik aan" Toen kregen alle dames rooie vlekken in d'r nek En dachten "oh hoe moet dat gaan"
Zou ze het doen, zou ze het doen Dat was voor iedereen de vraag Geeft ze hem een zoen, geeft ze hem een zoen Geeft ze hem de volle laag Ze gaf hem een zoen Van afgunst zagen alle mannen groen En blozend zei die ouwe "Kon ik je maar trouwen Want wat heb ik aan die poen Enkel en alleen die zoen, die zoen, die zoen Daar was't me om te doen" Jaja
De dames van de krans die voelden toen een lust Tot moorden in hun boezem wellen Maar konden in hun zwakte niet veel anders doen Dan driftig hun vriendinnen bellen De week daarop besloot toen elk actiecommite In elke dameskrans Als er iets in't openbaar te geven viel Dan kreeg die mooie meid geen schijn van kans
Alleen de burgemeester, 't was een vrijgezel, Was stekeblind dat vaker voorkomt Die sprak " die asfaltweg die straks wordt aangelegd Als het koninklijk besluit er door komt Die zal ik openen maar ik zou het enig vinden Als die mooie meid het met me deed" Toen dacht het hele commite "ojeeminee Als zij nou straks d'r plaats maar weet"
Zou ze het doen, zou ze het doen Dat was voor iedereen de vraag Geeft ze hem een zoen, geeft ze hem een zoen Geeft ze hem de volle laag Ze gaf hem een zoen Van afgunst zagen alle dames groen En woedend riep een boer "Wat een vieze hoer Mens da's tegen het fatsoen" Een zoen, een zoen, een zoen, een zoen Hoe kan ze dat nou doen Jaja
En toen het lint dan eindelijk was doorgeknipt Reed er een grote limousine voor En de burgemeester en de mooie meid Die stapten in en gingen er vandoor Het hele commite heeft nog tot middernacht Met kouwe voeten op ze staan te wachten Maar het paar dat bleef twee weken weg En het hele dorp dacht alle nachten
Zouden ze het doen, zouden ze het doen Dat is voor ons de grote vraag Blijft het bij een zoen, blijft het bij een zoen Of geeft ie haar de volle laag Ze zijn het aan het doen Een ouwe bok lust wel een blaadje groen Die mooie meid wordt nou Burgemeestersvrouw Ja, dat heb je van zo'n zoen Een zoen, een zoen, een zoen, een zoen Wat je daar niet allemaal mee kan doen