De morgen van zijn honderdste verjaardag Kreeg opa een beschuit bij zijn ontbijt En deden alle zusters even aardig Per slot is honderd jaar een hele tijd Hij mocht de hele dag bezoek ontvangen Er werden stoelen rond zijn bed gezet En roodpapieren slingers opgehangen Dat gaf meteen zo'n feestelijk cachet
Om halfelf kwam de directeur persoonlijk Gewapend met een potplant en een speech Te lang en slaapverwekkend als gewoonlijk Maar opa hoorde toch al jaren niets Met zware stem en machtige gebaren Besprak de directeur de tijd die vloog Wat misschien gold voor opa's honderd jaren Maar vast niet voor des directeurs betoog
Daarna kwam er een stroom familieleden Uit Sidderburen zelfs en uit Goeree Vol jaren opgespaarde hartelijkheden En ieder bracht cadeautjes voor hem mee Voornamelijk tabak en confituren Maar ook een paar pantoffels en een vest En drie kisten sigaren, hele dure Want zijn gezichtsvermogen was nog best
Des middags, na het verplichte uurtje rusten Werd hij opnieuw bewonderd en verwend Door bloed- en aanverwanten die hem kusten Nog voordat hij ze eigenlijk had herkend Rechtop in bed, met blosjes op de konen Omringd door al wat hem gegeven was Leek hij tussen zijn oud geworden zonen Een feniks rijzend uit sigarenas
Maar 's avonds is de hoofdzuster gekomen Nadat de gasten waren weggegaan En heeft al die cadeautjes meegenomen Waarvan het gebruik hem niet was toegestaan Tabak en zoetigheid, zelfs het vest met mouwen Daar wol nog wel eens irriteren wou Alleen het paar pantoffels mocht hij houden Toch jammer dat hij nooit meer lopen zou