'k ben gelijk de meesten kristelijk opgevoed voor iedere zonde werd er zwaar geboet gevloekt of gelogen, mijn zuster afgerost nen appel gestolen, nen halven dag gebrost maar die kinderjaren gaan snel voorbij en na nen tijd kwam er een nieuw zonde bij de zonde van onkuisheid, en 't is wel sterk dat ze werd bedreven achter de kerk
achter den ouwen toren in 't hofke van ons heer heb ik mijn hart verloren meer als ene keer liever als te gaan vrijen in 't een of 't ander park gingen we de maskes verleiden achter de kerk
kermis in ons dorpke, groot amusement iedereen trok 's avonds naar de spiegeltent dansen ging zo goed nog niet, we deden toch ons best met de schoonste maskes op de tonen van 't orkest soms kon het gebeuren dat g'uw liefke vroeg voor een schuchter kuske vanachter aan den toog maar later op den avond, voor het betere werk wierder afgesproken achter de kerk
achter den ouwen toren in 't hofke van ons heer heb ik mijn hart verloren meer als ene keer liever als te gaan vrijen in 't een of 't ander park gingen we de maskes verleiden achter de kerk
's zondags kwam de paster, op den dag van god preken over 't zesde en 't negende gebod swenst dat bij zijn lessen las uit zijnen dikken boek wier der zwaar gezondigd achter den hoek als ik ooit zal sterven, dan wil ik mijn graf ergens, in een buurt waar da'k altijd veel om gaf 'k weet al een plaatske voor mijne zerk: laat mij voor eeuwig rusten achter de kerk
achter den ouwen toren in 't hofke van ons heer heb ik mijn hart verloren meer als ene keer liever als te gaan vrijen in 't een of 't ander park gingen we de maskes verleiden achter de kerk