in het grote dierenbos daar zat de raaf Sebastiaan op een tak te mediteren in het schijnsel van de maan en geklemd in zijn snavel een groot stuk boerenbrood dat hij wou gaan presenteren aan zijn vrouwke en zijn kroost maar een honderd meter verder was er in dezelfde streek een sluwe vos aan 't wandelen langs het kronkelpad der beek die kwam voorbij de boom waar Sebastiaan in zat en vond dat hij voor dat boerenbrood ook wel goesting had
beste vriend Sebastiaan, zo sprak de vos in. dierentaal ik heb gehoord dat gij kunt zingen gelijk een. nachtegaal doe voor mij ook eens een airke van Mozart of een van Bach, ik geloof dat 'k u verleden week nog op de televisie zag Sebastiaan die dacht: met heel het bos hé vriend, maar niet met mij van uw truukjes heb ik nog al gehoord, en van uw dieverij, 'k heb die fabel ook gelezen en mijn les er uit geleerd, als ge denkt dat 'k mij laat vangen, maat, dan denkt gij verkeerd
toen de vos wel had geraden dat zijn list het niet meer deed dacht hij: 'k moet iets anders vinden want dat brood moet naar beneden, en hij zei: meneer de raaf, ik heb ook slechter nieuws voor u: uw baas van op het werk is gaan slapen met uw vrouw. 'k zal hem vinden die bandiet, zo riep de raaf uit alle macht maar zijn broodje viel omlaag volgens de wet der zwaartekracht; ga nu maar terug naar de bakker met mijn groeten, zei de vos, en verdween met zijn boerenbrood al zingend in het bos
de moraal van deze historie is een les voor alleman: als uw vrouw met uw baas gaat slapen en ge weet er van zou j'er beter niets van zeggen en zwijgen als de dood want als g'uw mondje open doet dan verliest g'uw brood
(c) tekst en muziek: Ed Kooyman - Herman Van Haeren