wij zijn een heel rustige familie, wij springen zelden uit de band bij ons hoor ge nooit iemand gillen, wij houden altijd alles in d'hand maar er is een moment dat g'ons niet meer kent dan laten we mekaar in de steek dan telt bij ons de wet van de sterkste iedereen verdacht verandert van gedacht 's morgens tussen zeven en acht
onze pa zit al een hele tijd te kakken en mijn zuster houdt de badkamer bezet ons moe probeert een ei te bakken met een kop gelijk een kruisraket en zegt Michel Follet 't is half acht, komt uit uw bed dan slaan w'allemaal in paniek de waanzin heeft ons in zijn macht 's morgens tussen zeven en acht
staat de vuilbak al buiten zoude de deuren niet sluiten en begint maar al te lopen voor uwen tram 't is niet goed voor mijn hart ik krijg den auto niet gestart en wie heeft er nondedju mijn kam?
'k moet nog een gazet en tabak kopen en in Borgerhout staat er al een file ik moet weg want ik heb werk methopen maar ik zoek al een kwartier naar mijnen bril ze zoek volk voor den bouw bij den RVA dat horen w'op de radio maar dat kan ons nu niet interesseren midden in de moordende jacht 's morgens tussen zeven en acht
zijt g'uw bokes niet vergeten 'k gaan mijn benen hier nog breken want dat ligt hier allemaal overhoop ge moet uw banden nog plakken en van wie zijn die frakken hier en is dat nu gedaan met dat geloop?
met een verwilderde blik in mijn ogen heb ik dan toch eindelijk de voordeur bereikt ik roep naar iedereen: tot vanavond dan zijn er ander normen van kracht dan 's morgens tussen zeven en acht