Hoge Vrouwe in de hemel, 's Heren Moeder, reine Maagd. Hoor het volk der Lage Landen, dat U ned'rig bijstand vraagt. 't Heeft al oude adelbrieven, van zijn godsvrucht, deugd en eer. Wil, zo smeken wij U, Vrouwe, voor ons bidden bij de Heer.
Lieve Vrouwe in de hemel, die der Vlamen Moeder zijt, Red Uw volk uit diepe noden, maak het tot de deugd bereid.
Lieve Vrouwe, zo was Vlaand'ren, hoofs, eenvoudig en devoot. Kersten van geloof en zeden, bleef het in zijn hoogste nood. 't Bouwd' U tempels en kapellen, van de zee tot in de hei; 't Schilderd' U in pracht van kleuren, 't zong U lied'ren in de mei !
Lieve Vrouwe in de hemel, die der Vlamen Moeder zijt, Red Uw volk uit diepe noden, maak het tot de deugd bereid.
Lieve Vrouwe, zie de wonde, die Uw dierbaar volk ontwijdt; 't Slaat de hand aan eigen broeders, 't is vol wraak en snarre nijd. Dolend langs onveil'ge wegen, dwaalt het verder van U af. 't Zoekt de wellust en vindt schande, dreigend gaapt het open graf !
Lieve Vrouwe in de hemel, die der Vlamen Moeder zijt, Red Uw volk uit diepe noden, maak het tot de deugd bereid.