toen mijn lief maar dit keer voor echt me verlaten had bleef ik achter in antwerpen stad de weg naar het station was me echt wel bekend waar de trein naar het noorden ieder uur vertrekt er is een weg er is steeds een weg terug maar in plaats van te gaan bleef ik staan bij de ijzeren brug honger en dorst verdriet en nostalgie dreven mij naar een plek waar niemand je ziet de straat was donker en de bomen waren kaal maar in het midden van de winter is zoiets normaal maar dat het zeer deed had niet mogen zijn antwerpen deed mij pijn taxirit naar de volle maan achter de markt waar de mosselhuizen staan weg van waar de herinneringen zijn antwerpen deed mij pijn over de leien rijen ik heb gewandeld langs de schepen in het water gedachten gehad over varen over haar dus later ik heb huilend van binnen op de cockerillkaai gestaan ik heb gewandeld door 't zan en de teloorgang heen tot ik haar zag zitten bij 't steen een warme zon brak door de winterpijn gewoon naar binnen gewoon jezelf zijn de kroeg gaf drank en ik gaf haar mijn hart zo werd antwerpen mijn stad