Niets is zo fijn, als je klein bent Als 's zomers logeren bij opa en oma In het huis met de hoekjes vol donker Van oma mag altijd van alles Rommel maken mag, want oma ruimt het op En opa is boven en speelt voornamelijk viool Niets is zo fijn als je klein bent
Maar die droom werd een drama En later een trauma Dat kwam door de klok Een verschrikkelijk grote koekoeksklok, een joekel Waarvan ik eigenlijk meteen een beetje schrok Die klok had gelopen sinds oma en opa hun trouwdag En misschien was de koekoek een beetje moe Het deurtje stond meestal al half open En daarbinnen hoorde je alleen maar: oeh Maar daarnaast was nog een deurtje En opa zei dat daarachter een mannetje zat Dat geregeld kwam kijken of je wel zoet was En vooral of je zonder dreinen je spinazie at
O waarom grote mensen nou eenmaal niet willen Snappen dat een kind van zoiets gaat gillen Ze zijn ziek in hun hoofd met hun rare toeren Mannetjes bedenken die je beloeren En stel je nou eens voor dat hij zijn klok uitkomt
O ah, verschrikkelijk. O ah, het ogenblik Opeens begon binnen van alles te lopen Het deurtje ging driftig en rammelend open Het was een griezelig grijs mannetje Hij beefde van woede en ging woest heen en weer Je kon duidelijk zien dat het leefde En het speelde en klingelde door het huis En oma begreep het niet Oma begreep het niet Oma begon opeens heel raar te zingen Het was een afschuwelijk lied
O was ik maar dood Die ik liefheb, die krijg ik toch nooit O wat een verdriet Die ik liefheb, die krijg toch niet
En boven speelde opa dwars door alles heen viool
Ik vluchtte huilend naar de trap En het deurtje van de klok ging dicht, met een akelige klap
Het kwam volgens oma omdat ik zo zwak van gestel was Voor mijn zenuwen had ze weee thee gezet Ik hoorde nachtenlang de koekoek met een grafstem roepen En ik plaste onophoudelijk in bed
En natuurlijk kon ik niemand vertellen In de koekoeksklok zit een kereltje dat altijd alles ziet Een soort van Sinterklaas, want je moet voor hem zingen Liefst over doodgaan en verdriet
O, waarom grote mensen nou eenmaal niet willen Snappen dat een kind van zoiets gaat gillen Wat moet een kind dat niet kan klokkijken daarmee dan aan Ze zeggen dat een klok wel eens kan slaan En dan zeker verwachten dat je voor een plas je bed uitkomt
Nu ik zoveel andere zomers gezien heb Kom ik terug in het huis van mijn ouders De klok lijkt veel kleiner dan vroeger Van oma, nog altijd van oma Ik laat het speelwerk lopen en door de zomeravond Hoor ik de tonen tinkelend zweven En even worden de jaren van glas En zie ik de lijn die loopt tussen vroeger en nu En wat komen gaat En opa is boven en speelt voornamelijk viool En in de stilte van de zomeravond Speelt opa voornamelijk viool En wat er ook gebeuren zal Opa is boven en speelt voornamelijk viool