Op het land groeit de gerst In het dorp vloeit het bier De boer krabt zijn kont Zijn knecht stinkt naar gier Hij hangt in de kroeg Op zoek naar vertier Het schuim op zijn mond Bier
's Morgens, na de nacht Komt de knecht op het land Dorst als een vlegel Zijn kop staat in brand De gerst in de zak En geen korrel gemorst Korst om zijn bek Dorst
De brouwer koopt gerst En 's morgens heel vroeg Zit de boer bij de bank En de knecht in de kroeg Gevuld wordt het glas Geleegd wordt het vat Valt van zijn kruk Zat
Alles is voor weinigen Die niet willen delen Alles is voor niets Niets is voor velen Van velen krijgen maar Heel weinigen hun deel Ja, veel is voor niets En alles is te veel
De oogst is voorbij Dus de knecht naar de stad Daar is werk aan de winkel Daar is altijd wel wat Leven in de brouwerij Daar zijn kroegen, is plezier In de ketel gist de hop Heel de stad stinkt naar Bier
Hij gaat naar zijn werk Met pijn in zijn kop Hij brouwt bier voor de kroeg En daar zuipt hij het op In de fles, in de keel Geen druppel gemorst De cirkel is rond Dorst
De brouwer woont buiten Bij de boer en de bank De knecht in de stad Waar hij stank krijgt voor dank Op het land groeit de gerst En de wind in de stad In de goot ligt de knecht Zat
Alles is voor weinigen Die niet willen delen Alles is voor niets Niets is voor velen Van velen krijgen maar Heel weinigen hun deel Veel is voor niets En alles is te veel