De koe stond in de kudde In de kudde stond de koe Ze stond haar kop te schudden Want ze was de kudde moe De koe, die zocht naar klaarheid In het waar, waarom, waartoe De koe zocht naar de waarheid De waarheid als een koe
Ik kan alleen herkauwen Ik zeg alleen maar 'boe' Ik wil mijzelf beschouwen Ik wil naar binnen toe De boer in zijn vestje kwatten Dat is wat ik verlang Mij bij de horens vatten Wie weet dat ik hazen vang
De koe zocht de klokkenluier Die wist waar de klepel hing Ze voelde aan haar uier Dat de boer weer aan haar tepels hing
De koe werd astrologe Spiritueler met het uur Begon langzaam uit te drogen Zo ging de melk weg op den duur Werd verstoten door de meesten Wat dacht ze wel, dat beest Koeien geloven niet in geesten Hooguit de kuddegeest
Je moet de kudden niet vermoeien Met het hoe, waarom en waar Maar met kalveren en koeien En de stier, een keer per jaar Je moet de kudde niet verbazen Dan ben je half gaar Dan nemen ze je te grazen In het abattoir
Daar was de klokkenluier Die wist waar de klepel hing Ze voelde aan haar uier Dat er een haak door haar tepel ging
Voor koeien, mensen, volken Wordt sinds jaar en dag gedacht Ze worden uitgemolken Ze worden afgeslacht Ze worden telkens luier Meer en meer publiek Ik word geen klokkenluier Ik blijf een komiek
En laat dan de klok maar luiden Want daar moet de klepel zijn Maar blijf met je poten van mijn uier Anders doen mijn tepels pijn Bim bam bom Wat zijn die koeien dom Bam bom bim Wat zijn wij, mensen, slim