De zanger zingt een liedje Bij wijze van protest Hij is erg voor de vrede En zeer tegen de rest De mensen zingen vrolijk mee Ze kennen het refrein "We shall overcome Dat we toffe jongens zijn"
Maar iemand uit de massa Die vroeg: "Wat zing je tam Ik vond je vroeger beter Ten tijde van Vietnam" "Ja", zegt de zanger somber "Mijnheer, dat is zeer waar Vrede is mooi voor mensen Maar slecht voor mijn repertoire"
Dominee op de kansel Preekt nooit meer over God Weg met de voorbeschikking In eigen hand dat lot Bijvoorbeeld in Zuid-Afrika Waar het droevig is gesteld Daar moet iets aan veranderen Desnoods met geweld
Maar iemand uit het kerkvolk Die roept: "Waar ligt de grens Als Jezus geweldloosheid was Geldt dat niet voor de mens" Dominee lijkt solidair Maar zijn woorden klinken hol In de vrede zijn de kerken leeg In de oorlog zijn ze vol
Papa zit op zijn praatstoel De kinderen luisteren zoet Het is een oud geliefd verhaal Over een man met moed De Moffen weerzinwekkend De oorlog was o zo link En opa redde Joden Want o pa was zo flink
Dan vraagt de oudste zoon Bij wijze van een grapje "Pap Als opa toen zo flink was Hoe kom jij nu zo slap" "Ja", zegt de vader blozend "Dat heb je er nu van De vrede kweekt slapjanussen De oorlog maakt je man"
En ergens op een slagveld Rust de soldaat in vrede Kruis op zijn kop En zijn as in een urn Hij heeft de strijd gestreden Voor God, Koningin en Vaderland Voor het heilig ideaal Oorlog, dat wil niemand We willen vrede allemaal
Een beetje vrede Een beetje liefde
Wollt Ihr den totalen Krieg
Ja, und ein bisschen Friede (Mag het ietsje meer zijn)