Krokodillen huilen pas Bij het zien van krokodilleleer Soms zien zij in een damestas Een geliefde, broer of zuster weer Maar wij, voor de buis gezetenen Die ons daar onkwetsbaar wanen Plengen, vrijgekomen met de schrik Liters krokodilletranen
Papegaaien huilen pas Als een ander zegt wanneer Verdriet is voor hen een kunstje Dat ze eens is aangeleerd En wij, voor de buis gezetenen Vrijgekomen met de schrik Stikken in het leedvermaak Met een papegaaiesnik
Struisvogels huilen pas Met hun kop onder het zand Want hij weet dat hij zich aanstelt En dat vindt hij heel genant Maar wij, voor de buis gezetenen Steken de kop niet in het zand Zwelgend van zelfmedelijden Duiken we in de uienmand
Blinde vinken huilen pas Als hun leven is vergald Door het falen van de slager Als de schel hen van de ogen valt Maar wij, voor de buis gezetenen Weldoordronken, goed doorvoed Huilen als we een kind zien imiteren Dat het zijn favoriet nadoet
Dove kwartels huilen pas Als hun ellende is gestoeld Op een stuk eigen ervaring Dat ze zelf hebben gevoeld Maar wij, voor de buis gezetenen Ongehoord en dolgedraaid Huilen alleen bij de Surprise-show Als ons een oor wordt aangenaaid