Mannen zoals ik Dat waren vroeger jongens Die opzagen tegen meneren Waarvoor ze zich nu zouden generen Voor zover ik weet Van die mannen met een luxe wagen Onder hun reet Die nooit de weg hoefden te vragen Omdat de weg er niet toe deed Om je doel te bereiken Omdat ze handig konden manouvreren Nonchalante mannen, net geen heren Door een te gejaagde blik Kortom, mannen zoals ik
Jongens zoals ik Dat waren van die knullen Die zulke mannen imiteerden Hun trucjes en gebaren leerden Spelenderwijs Hun onbevangenheid verloren Veel te vroeg wijs Verdwaalden in kantoren Om dan veel te vroeg, kaal of grijs Weer dromen dat ze jongens zijn Jongens, die zich nooit vervelen Die de gewaande onschuld spelen Waar je in boeken over leest Jongens, die ze zelf nooit zijn geweest
Mannen zoals ik Leggen hun ziel en zaligheid in muggeziften Maken geen ruzie meer maar kiften Over ieder wissewasje Kunnen niet meer pissen, doen een plasje Kunnen niet meer huilen Zouden, alleen gelaten, snel vervuilen Schuiven met eindeloos geduld Met hun schuld Zijn doorzichtig In hun omzichtige manier van doen Houden nog van hun vrouw Om haar een plezier te doen Missen, door hun buikje, oogcontact met hun pik Hebben een grenzeloze hekel Aan mannen zoals ik
Jongens, luister, kijk Nooit op tegen mannen Kijk liever naar de meisjes En fluister in hun oor Voor mannen zoals ik te waken Want die willen kinderen maken Jongens zoals ik
Mannen zoals ik Nooit helemaal een jongen Nooit helemaal een heer Mannen zoals ik Dat zijn geen kinderen meer