Eens ging ik golfen in Sarawak Maar mijn zoon was met me mee Dus moesten we eerst nog lunchen In het clubhuis bij de zee Drie dames hielden ons gezelschap Twee opgewonden, een bedaard Ik vertelde een anekdote En de ober bracht de kaart
De caddy's tilden onze tassen Naar de tee off op baan een De zon brandde bruine plekken In de vlekkeloze green De bedaarde dame morste Cola op haar witte bloes Mijn zoon moest eventjes naar achteren In de verte zat een poes
Al snel zaten we flink te schransen Nasi goreng, naar ik meen En die kat duwde zijn kopje Tegen het bedaarde damesbeen "Poesje", zei toen de bedaarde dame "Ik heb jouw bedoeling door Je moet niet van mij verwachten Dat ik jou ga bederven hoor"
"Als ik ieder, die gaat bedelen Kritiekloos geef wat hij begeert Vervalt zijn prikkel om te werken En wordt er niets meer gepresteerd" Terwijl de andere dames lachten Prees ik haar om haar juiste toon En keek ondertussen moeilijk Naar mijn opvoedbare zoon
Op de wijze les genoten Hieven wij nog eens het glas En besloten onze maaltijd Toen iedereen verzadigd was Omdat ik nog eenmaal omkeek Bij het betreden van de baan Zag ik die kat boven op tafel Opvreten wat wij hadden laten staan