Een rijke boer ging eens van huis In zeven jaar kwam hij niet thuis Die zeven jaar die duurde zo lange Zodat zijn huisvrouw begon te verlangen
Die zeven jaar die waren om Die rijke heer die keerde weerom Hij sprak: Goeiendag mijn huisvrouw alleine Hoe is het met ons jongste dochtertje kleina
Onze jongste dochter die is ziek Van haar slaapkamer komt zij niet Zij heeft zowaar een zoontje ontvangen Zij heeft geen vrijer noch een jonkmanne
De vader trad de kamer in Zodat de deur in zessen ging Hij sprak: Goeiendag, mijn dochtertje leine Hoe is het met uw jongste zoontje kleina
Ach vader 't is geen kinderbed 't Is heel wat anders wat mij let! Mijn kwaaie stiefmoeder zij heeft mij vergeven Zodat ik wis niet lang meer zal leven
Maar vader, volg de raad van mij Zoekt al mijn vrienden eens bij mij Dan zal ik mijn hartje open snijen Aan weerskanten van beide mijn zijden
De vader volgt de raad van haar Roept al haar vrienden eens bij haar Toen heeft ze d'r hartje wel open laten snijden Aan weerskanten van beide haar zijden
De eerste snee die den dokter dee Sneed hij een grote pad in twee'n Daarbij nog zesendertig jonge slangen Die waren aan het meisje d'r hartje bevangen