Ik heb een boot, ik heb een hele mooie splinternieuwe boot, haar naam is Anna en ze ligt hier in de sloot, en ik ga varen op het kanaal, het is de allermooiste boot van allemaal.
Ik heb een boot, ik heb een hele mooie splinternieuwe boot, haar naam is Anna en ze ligt hier in de sloot, en ik ga varen op het kanaal, het is de allermooiste boot van allemaal.
En ik heb meiden in bikini lekker bloot, ik heb een hele mooie boot, hij is heel groot, hij is niet geel, en groen, en rood. Nu ben ik rijk maar vroeger lag ik in de goot.
Ik heb een hele mooie splinternieuwe boot. Haar naam is Anna en ze ligt hier in de sloot, en ik ga varen op het kanaal, het is de allermooiste boot van allemaal.
Ik heb een boot, ik heb een hele mooie splinternieuwe boot, haar naam is Anna en ze ligt hier in de sloot, en ik ga varen op het kanaal, het is de allermooiste boot van allemaal.
Ik liet me gaan en deed mee aan de loterij, ik heb nu een hele mooie boot, hij is van mij, we gaan nu feesten met zn allen. Op deze boot gaan we met zn allen knallen.
Ik heb een hele mooie splinternieuwe boot, haar naam is Anna en ze ligt hier in de sloot, en ik ga varen op het kanaal, het is de allermooiste boot van allemaal.
Ik heb een hele mooie splinternieuwe boot, haar naam is Anna en ze ligt hier in de sloot, en ik ga varen op het kanaal, het is de allermooiste boot van allemaal.
Ik heb een hele mooie splinternieuwe boot, haar naam is Anna en ze ligt hier in de sloot, en ik ga varen op het kanaal, het is de allermooiste boot van allemaal.
En ik heb meiden in bikini lekker bloot, ik heb een hele mooie boot, hij is heel groot. En ik ga varen op het kanaal, het is de allermooiste boot van allemaal