De huizen zijn nog net zo grauw als dat ze vroeger waren De tuintjes net zo armetierig in het algemeen Alleen de kruidenier is weg en niemand weet waarheen Maar verder is er eig'lijk niets veranderd sinds de jaren Dat ik dit allemaal bij name kende, steen voor steen
De buurt waar je geboren bent, die kun je nooit vergeten Al raak je later nog zo afgetakeld en seniel De kleuren van je kindertijd zijn in je huid gebeten De straten van je jeugd laten hun stempel op je ziel
De vrouwen hebben nog die vaalheid van hun regenjassen De mannen dragen 's zondags nog hun hemd over hun broek De meisjes giechelen in de patatzaak op de hoek Ze weten altijd nog precies waarvoor je op moet passen Maar snappen niet, dat ik inmiddels heel wat anders zoek
De buurt waar je geboren bent, die kun je nooit vergeten Al raak je later nog zo afgetakeld en seniel De kleuren van je kindertijd zijn in je huid gebeten De straten van je jeugd laten hun stempel op je ziel
In het plantsoentje staan nog steeds die verveloze banken Daar horen de bejaarden, ditmaal zeven op een rij Een oud-gebleven buurman knikt en glimlacht tegen mij Ik lach terug en voel meteen de neiging om te janken Alles is nog hetzelfde, maar ik hoor er niet meer bij
En toch loop ik te denken: "Waarom ben ik nou niet blij?"