Van tijd tot tijd haal ik de kinderen van school Dat is om kwart na drie altijd 'n heel gedoe Bij toerbeurt halen wij ze voor elkaar En brengen ze naar de respectievelijke ouderparen toe Dus in m'n auto is het nu een heel gekraai 'k Heb op de achterbank Jantien en kleine Han De tweelingbroertjes Peter en Rogier En dan mijn eigen Chieltje nog, en Willem-Jan
Als je later een dametje bent, met hooggehakte schoentjes 'n Hoedje met pompoentje, en 'n jurkje aan van zij Denk dan ook nog eens aan mij
Van tijd tot tijd haal ik de kinderen uit school Dan breng ik Han 't eerst, naar Karel en Margriet Dat wil zeggen: Margriet is bij hem weg Die's nu met Gijs, de vader van Jantientje En Karel is met Gijs z'n vrouw, Marlies Dus zijn Jantien en Han nu altijd samen Met ieder twee paar ouders en ook twee adressen Naar een daarvan gaan ze nu, bij deze momentopname
Eer zal de haan de klok opwinden Eer zal de muis de kat verslinden Eer zal de vlo een pijpje roken Eer onze liefde is verbroken
Van tijd tot tijd haal ik de kinderen uit school Willem-Jan breng ik dan snel naar Liesbeth Hij is haar enige houvast, nu nog Z'n vader woont met 'n vriendje op 'n flat Ze kust me teder op m'n linkerwang "Net kwart voor vier", zegt ze, "wat kan je toch goed timen..." "Dat wist je toch allang!", zeg ik teder Ze was gisteren de hele nacht nog bij me
Kleine liefdedaden, woordjes teer en zacht Hebben vaak in 't kleinste huis groot geluk gebracht
Van tijd tot tijd haal ik de kinderen van school De tweeling gaat naar Corrie en haar Wim Die zijn nu al zo'n tien jaar bij elkaar Er is iets heel erg vreemds aan dat gezin Alleen met Chieltje rij ik dan naar huis En zet 'm bij z'n lieve moeder neer En in m'n eentje rij ik dan weer door Want jammer genoeg woon ik daar ook niet meer
Roosjes verwelken, scheepjes vergaan Maar onze liefde zal altijd bestaan