Trommel met wit, en trommel met bont Het water dat borrelt, de machine draait rond Ik zit hier alleen, ik zit en ik wacht En m'n hart is zo zwart als de nacht 'n Week is 't geleden, toen was ik hier ook De deur die ging open, ik was meteen aan de kook De prins op de schimmel, ik was verloren op slag Toen ik 'm zag met z'n was in 'n plastic tas
Blauw was z'n broek en blond was z'n haar Rood was z'n blozen, toen hij zag hoe ik staarde En wit was z'n t-shirt, dat viel op de grond Toen hij z'n was kwakte in de trommel Toen ik mezelf had vermand vroeg ik aan hem "Zullen wij wat gaan drinken?" Wat bibberde m'n stem "Hier naast de wasserette is 'n cafe " Hij zei geen nee, dus daar gingen we met z'n twee
Toen we terugkwamen was onze was bijna klaar Samen een cetrifuge, hij had geen bezwaar Onze kleren door elkaar, m'n hart dat smolt ervan En ik dacht: "Eindelijk, dit is mijn man" Dus ik zei: "Ik wil jou best nog 'n keer vaker zien Wat denk je van volgende week weer, misschien Ik woon om de hoek, de voordeur is blauw" En ik hielp 'm z'n lakens op te vouwen
"Oh nee", zei hij toen "Ik ben bang dat dat niet gaat Want onze wasmachine wordt morgen gemaakt Maar bedankt voor 't drankje Ik moet nou echt gaan Houdoe dus, en succes met je was" Nooit zal ik meer vrolijk zijn, ben ik bang Ik heb zitten staren, wel een half uur lang Op de grond 't witte t-shirt, dus 't was echt gebeurd Maar m'n liefde was totaal gecentrifugeerd
Trommel met wit, en trommel met bont Het water dat borrelt, de machine draait rond Ik zit hier alleen, ik zit en ik wacht En m'n hart is zo zwart als de nacht