Het kleine stadje ligt zo stil In het donker van de nacht Opeens weerklinkt er schel en schril Een kreet heel onverwacht Brand! Brand
Nu komt de oude brandweerman Krakend uit zijn bed Hij trekt zijn brandweerkleren an En grijpt zijn brandweerpet Brand! Brand
Daar komt hij bij de vuurhaard aan Het is midden in de stad Als dat brandje uit gaat slaan Maak dan je borst maar nat Nu krijgt de oude brandweerman De brandweer-brandweerspuit Maar ach, zijn lot is vreselijk Er komt geen droppel uit Brand! Brand
Vroeger spoot hij huizenhoog De rooie haan kreeg klop Nu blijft alles kurkdroog Want er komt geen drop Daar komt een jonge spuitgast an Die lacht hem hartelijk uit Hij ontrukt de oude man Pesterig de spuit Brand! Brand
De arme, oude brandweerman Wat staat hij daar voor paal De jonge spuitgast spuit me daar Een reuze grote straal Zo'n jonge kerel spuit vol vuur En blaakt van levenslust Neemt zo'n knaap de spuit ter hand Dan wordt er brand geblust Brand! Brand
"Pis jij maar thuis de kachel uit!" Roept de jonge spuitgast ruw Hij geeft de oude brandweerman Opzettelijk een duw De brandweerman sloft door de stad Bij een pakhuis blijft hij staan Hij heeft een pakje lucifers Brand! Brand