De moordenaar zit aan 't ontbijt Met een croissant met kersenjam En hij denkt aan de kleine meid Haar gespartel en haar schrille stem
Dan perst 'ie sinaasappelsap Voor de vitamine C Eerst vocht ze nog, toen werd ze slap Deed alles met hem mee
Hij pakt neuriend de botervloot En snijdt nog een vers broodje aan Zijn eetlust 's morgens is heel groot Hij geniet van het bestaan
En hij denkt terwijl hij zingt Aan een uur of wat geleden En voelt weer hoe hij binnendringt In de kleine meisjesschede
Dan is het gedaan met eten Opgewekt leegt hij zijn glas Nooit, nee nooit zal hij vergeten Hoe bang de kleine voor hem was
En de resten van de maaltijd Gaan in de emmer met pedaal Hij ziet het bloesje en de sokjes Het rokje en de rode sjaal
Hij staat bij 't raam en rekt zich uit Hij sneed en scheurde haar uiteen Het snoesje met haar perzikhuid Hij glimlacht voor zich heen
Als hij de tuindeur opendoet Ruisen de bomen in de wind Het waait, denkt hij, en dat is goed Voor een pasgestorven kind
In het stadspark ziet een passant Het naakte lijfje in de struiken En slaat alarm; de moordenaarshand Die staat niet stil, de kamer gaat naar koffie ruiken