Daar komen de kabouters, joegei joegei daar komen de kabouters, wel honderd op een rij daar komen de kabouters, handjes op de rug overladen met geschenken, daarom zijn ze niet zo vlug
De kabouters zijn gekomen. De kabouters zijn gekomen om vrede te sluiten, vrede, met de grote mensen. Zwaaiend met hun witte vlaggetjes, maken zij een feestelijke indruk. Maar, ik ben met het verkeerde been uit bed gestapt. Jehjehjeh. Vette pech voor de kabouters. Jehjeh.
Ik begin als een wildeman om mij heen te trappen. Als rijpe kersen spatten de tengere kabouterlijfjes onder mijn lederen zolen uiteen. 1-0 voor de grote mensen. Twee van hen dreigen de dans te ontspringen, maar het dichtslaan van de zware eikenhouten deur maakt op de drempel een einde aan deze illusie. En de rust keert weder in mijn nederige houthakkersstulpje en ik stap terug in bed om een welverdiend uiltje te knappen.
Hoi hoi hoi, hoi hoi hoi hoi hoi hoi hoi hoi hoi hoi hoi hoi hoi hoi hoi hoi euheuehueh hoi hoi hoi hoi hoi hoi hoi hoi hoi ik ben een clowntje, weheueheue soms is het clowntje vrolijk: HA HA HA HA HA HA!!! maar soms heeft het clowntje: PIJN PIJN PIJN PIJN!!!