refr.: Hij kon spinnen als de beste, hij was speels en hij was zacht Hij begreep, dat weet ik zeker, wat ik zei en wat ik dacht Nou mag iedereen beweren: 't was een doodgewone kat Maar wat hebben wij elkaar toch vele jaren lief gehad
Toen ik 'm kreeg van iemand die geadverteerd had in de krant Toen ik 'm kreeg was 'ie zo klein dat 'ie kon zitten op m'n hand Een hoopje wol, met grote ogen, veel te wijs en veel te bang 't Was net of-t-ie zei: "Jij hoort bij mij en ik bij jou"
refr.
Eens op 'n dag, ik had de voordeur even open laten staan Toen was 'ie weg, ik ben haast misselijk op zoek naar 'm gegaan Maar vlak bij huis kwam hij met opgestoken staart me tegemoet 't Was of 'ie zei: "Zo'n eindje om, dat doet je goed"
refr.
Zo werd 'ie oud, hij was niet meer zo ondernemend zoals toen Want hij had pijn, en onze dokter kon d'r echt niks meer aan doen Toen, op 'n keer, heb ik 'm zachtjes horen mauwen, 's ochtends vroeg En toen ik kwam was 't of 'ie zei: " 't Is nu genoeg"
refr.
Hij kon spinnen als de beste, hij was speels en hij was zacht Hij begreep, dat weet ik zeker, wat ik zei en wat ik dacht Nou mag iedereen beweren: 't was een doodgewone kat Maar wat hebben wij elkaar toch heel ons leven lief gehad