Als kind al had 'ie aardigheid In spreeuwen schieten met een buks Zo kon hij zijn agressie kwijt Hij schoot er soms wel zestig stuks Z'n mondhoek trilde dan nerveus Een eigenaardig trekje Een fijne jongen, maar niet heus Johnny Afdruiprekje
De mensen lachten om zijn naam Namen hem niet serieus Het lachen is ze wel vergaan Zelfs de allergrootste reus Hield 'ie staande in de gang Het werd een kort gesprekje Niemand maakte het ooit lang Bij Johnny Afdruiprekje
In toeval heeft hij nooit geloofd Des te meer in overval Elke bank, door hem beroofd Sprong open met een luide knal Hij zei: "Geef mij maar dynamiet En draaide nog een shagje Waarna hij kalm de stad verliet Johnny Afdruiprekje
Hij werd de schrik van het hele land Schrok niet terug voor grof geweld Hij zette heren naar zijn hand Nam eerst hun vrouwen, dan hun geld Dan riep hij lachend: "Ja, meneer Er is altijd een zwak plekje Voor de loop van het geweer Van Johnny Afdruiprekje"
Agenten achtervolgden hem Hij schoot gewoon hun banden stuk Niemand reed ooit Johnny klem Was het talent of puur geluk Dat 'ie steeds zo heeft gezwijnd Tot 'ie viel over een hekje? Dat was het onverwachte eind Van Johnny Afdruiprekje