Meneer van hiernaast Heb geen tijd, heb geen tijd Meneer van hiernaast heb geen tijd voor ontbijt En hij eet maar helemaal niet meer Want dat zal hem zoveel tijd besparen En dat scheelt hem in het geheel zeven jaren Ongeveer, ongeveer, ongeveer Dus hij eet niet meer Die meneer
Die meneer van hiernaast Heb zo'n haast, heb zo'n haast Altijd holle, altijd peze Heb geen tijd meer om te leze Heb geen tijd meer om te ete Heb in jare niet ontbete O, o, o, wat heb die man een haast Die meneer van hiernaast
En hij slaapt nou helemaal niet meer Want dat zal hem zoveel tijd besparen En dat scheelt hem in 't geheel veertig jaren Pak weg, ongeveer Dus hij eet niet meer En hij slaapt niet meer Die meneer
Die meneer van hiernaast Heb zo'n haast, heb zo'n haast Heb geen tijd meer om te niezen Hij wil geen minuut verliezen Heb geen tijd meer voor een biertje Heb geen tijd voor een pleziertje O, o, o, wat heb die man een haast Die meneer van hiernaast Van hiernaast
En hij praat nou helemaal niet meer Want dat zal hem zoveel tijd besparen En dat scheelt hem in 't geheel veertien jaren Ongeveer Dus hij eet niet meer En hij slaapt niet meer En hij praat niet meer Die meneer
Die meneer van hiernaast Heb zo'n haast, heb zo'n haast Heb geen tijd meer om te zwemmen Heb geen tijd meer om te remmen Heb geen tijd meer om te wassen Of z'n kind te laten plassen O, o, o, wat heb die man een haast Die meneer van hiernaast Van hiernaast
En toen dacht 'ie: als ik harder rij Dan zal dat me zoveel tijd besparen En dat scheelt me in 't geheel zestien jaren Ongeveer Dus hij at niet meer En hij sliep niet meer En hij zei niks meer Die meneer, die meneer
Hij reed harder
Die meneer van hiernaast Had zo'n haast, had zo'n haast In een uurtje met z'n wagen Van Delfzijl naar 's Gravenhage Altijd harder, harder rijden Over glibberige keien
Boem
En nou is 'ie eindelijk bedaard En nou heb die twintig jaar bespaard Ongeveer En nou heb die twintig jaar bespaard Die meneer