Er leefde een ridder in Vogelenzang Al heel lang geleden, verschrikkelijk lang Die draken versloeg voor een roos en een zoen Zoals men dat nu nog maar zelden ziet doen Die dappere ridder van Vogelenzang! Maar 's avonds, in 't donker, dan was hij zo bang!
Dan lag hij te beven tot kwart over zeven Want altijd, in 't donker, dan hoorde hij leven! En iedere nacht, om zijn angst kwijt te raken Probeerde hij vrolijke rijmpjes te maken En telkens begon hij van voren af aan: Wat heb ik vandaag voor heldhaftigs gedaan? Vijf draken verslagen Een jonkvrouw gered! Waarom lig ik dan zo Te rillen in bed?
En prompt overdag, als de hemel ging klaren Versloeg hij weer draken, of 't kevertjes waren Die dappere ridder van Vogelenzang Maar 's avonds, in 't donker, dan werd hij weer bang Dan ging hij weer rijmen van voren af aan: Wat heb ik vandaag voor plezierigs gedaan? Mijn paard opgetuigd En mijn helm ingevet Mijn vrouw toegeknikt Toen ze thee heeft gezet Waarom lig ik dan zo Te trillen in bed?
Om een uur des nachts werd het meestal te bar! Dan raakte die ridder totaal in de war! Dan jankte hij zachtjes, bij ieder geluid En lag maar te prevelen, stil voor zich uit: Een jonkvrouw verslagen Vijf draken gered... Maar zeg ik het goed? Nee, het lijkent wel pret! Mijn vrouw afgetuigd En mijn paard ingevet... Een draak toegeknikt toen hij thee had gezet... Ik weet het niet meer en ik hoor weer geluid... 'k Ben bang in het donker! Wie haalt me d'r uit? Moederrrr!