De Karstman
Ik zen misschien wel oud, mor ik kan nog jaren mee.
Ik warekik alleen rond karsttijd, de rest zen’k oep conge
De karstman, de karstman, de karstman, ho,ho,ho,
Met rudolf het rendier,
Met karstmis oep de zwier,
De karstman, de karstman, de karstman, ho,ho,ho,
Een goedlachse figuur, ja ne sympathieken tip,
Altijd volle goesting, ik trek dus nooit een lip.
De karstman, de karstman, de karstman, ho,ho,ho,
Met rudolf het rendier,
Met karstmis oep de zwier,
De karstman, de karstman, de karstman, ho,ho,ho,
Hemmeket wa koud, pak’k ne slok cognac,
Mor natuurlijk ni teveel, of ‘k hem e stuk in menne frak
De karstman, de karstman, de karstman, ho,ho,ho,
Met rudolf het rendier,
Met karstmis oep de zwier,
De karstman, de karstman, de karstman, ho,ho,ho,
Het hee zo fel gevroren, de wegen zen wer glad,
Ik spreek van ondervinding, ‘k lag al drij keer oep m’n gat
De karstman, de karstman, de karstman, ho,ho,ho,
Met rudolf het rendier,
Met karstmis oep de zwier,
De karstman, de karstman, de karstman, ho,ho,ho,
De bomen zen versierd met slingers en met ballen,
De lichtjes in de straat da zal e wel bevallen
De karstman, de karstman, de karstman, ho,ho,ho,
Met rudolf het rendier,
Met karstmis oep de zwier,
De karstman, de karstman, de karstman, ho,ho,ho,
Gelovet of gelovet ni, ik heb e vliegende slee,
En elfe in m’n fabriek on een armoeizaaierspree
De karstman, de karstman, de karstman, ho,ho,ho,
Met rudolf het rendier,
Met karstmis oep de zwier,
De karstman, de karstman, de karstman, ho,ho,ho,
Jingle bels en consoorten, vinkik sfeervolle muziek
Mor die liekes van hopeloos daarvan weurrekik ziek
De karstman, de karstman, de karstman, ho,ho,ho,
Met rudolf het rendier,
Met karstmis oep de zwier,
De karstman, de karstman, de karstman, ho,ho,ho,
Mennen tijd zitter wijd oep, ‘k denk da ieder z’n portie kreeg,
Nog e paar adreskes en menne zak is weral leeg.
De karstman, de karstman, de karstman, ho,ho,ho,
Met rudolf het rendier,
Met karstmis oep de zwier,
De karstman, de karstman, de karstman, ho,ho,ho,
Ik missekik mijn vrouwke, da zulde toch wel snappen
Dus ik keer t’rug nor huis, ja ik gon naar de lappen!
(c) Hopeloos