Bij ons thuis was het vroeger een enige boel Bij het raam zat mijn vader in vader z'n stoel Aan de tafel zat moeder met twee potten thee En we legden een kaartje, m'n opa deed mee En de avond vloog om zonder drank of teevee
Maar die gezelligheid is er niet meer Dat schemerige licht En de schuifdeuren dicht Die gezelligheid, die heerlijke sfeer Die is er niet Is er niet, is er niet meer
Dikwijls speelde ik vals en mijn broer deed dat ook Dan sloeg vader er duchtig op los met de pook En als opa zei dat 'ie dat schandelijk vond Riep m'n vader: "Wat jij, ouwe lul, hou je mond" En dan huilde mijn moeder en jankte de hond
Maar die gezelligheid is er niet meer Zo'n klein streepje maan En de radio aan Die gezelligheid, die heerlijke sfeer Die is er niet Is er niet, is er niet meer
Ja, die tijd is voorbij, maar het is een verlies Ik zie vader nog gooien met moeders servies En als moe dan riep: "Klootzak, je bent me niet waard!" En m'n opa tekeerging, het spuug in z'n baard Nou, dan gooiden wij altijd de kat in de haard
Maar die gezelligheid is er niet meer De kamer in puin En de buurt in de tuin Die gezelligheid, die zalige sfeer Die is er niet Is er niet (Ja, wat een misser, niet?) Is er niet, is er niet meer