Ik zei: je bent pas zestien jaar 'k had je vader kunnen zijn ze zei gelijk: 'was dat maar waar want de vaderliefde houdt me maar klein'
Ik heb altijd alles zelf moeten doen Er was nooit een mens in huis Het ging alleen maar om de poen en die vreselijke stilte, 's nachts voor de buis.
Het kan me nou niet schelen meer ik ga gewoon mijn eigen weg Al gaat-ie nog zo hard tekeer ik doe toch nooit meer wat hij zegt Ik wil wel eens gelukkig zijn Ik sta al zolang in de kou en bij jou verdwijnt de pijn Want ik hou-wou-wou-wou-wou-wou-wou zo van jou ik hou zo van jou, ik hou zo van jou
't Is zondagmiddag in de zon ligt ze poedelnaakt op haar balkon Haar ogen lachen 'hé hoe vind je me nou?' O, ik hou-wou-wou-wou-wou-wou-wou zo van jou ik hou zo van jou
Als ik haar omhels klampt ze zich vast en ze fluisterd zacht: 'heb je wel opgepast?' Er is niemand thuis maar wat ik zeggen wou O, ik hou-wou-wou-wou-wou-wou-wou zo van jou ik hou zo van jou, ik hou zo van jou
Ik zei je bent nu achtien weet je nog die eerste keer Ze zei gelijk: 'nou reken maar' Dat vergeet ik mijn leven lang niet meer Ik heb aldie jaren steeds aan jou gedacht Jij was alles wat ik wou Ik zei: 'En ik heb op jou gewacht' Want ik hou-wou-wou-wou-wou-wou-wou zo van jou Ik hou zo van jou, ik hou zo van jou
't is zondagmiddag, ik lig in haar bed ze zit voor de spiegel en heeft net krullen gezet Haar ogen lachen: 'Hé hoe vind je me nou? Want ik hou-wou-wou-wou-wou-wou-wou zo van jou ik hou zo van jou, ik hou zo van jou
Als ze mij omhelst klamp ik me vast Jij bent de enige die bij me past Het duurde wel lang maar ik weet het zeker nou Want ik hou-wou-wou-wou-wou-wou-wou zo van jou ik hou zo van jou, ik hou zo van jou
Tekst: Jan Ten Hoopen, Muziek Jan Ten Hoopen en J.Polvliet