Jij bent de hemel jij bent de aarde en ales wat ertussen zweeft. Jij bent de droom die ik bewaarde de liefde die nog in me leeft. Ik wilde bij geen ander horen. Bij elke nieuwe vrouw ging het sprookje zo gauw verloren, want verlangde ik altijd. altijd weer terug naar jou. Waarom ben ik niet bij jou gebleven waarom bond je mij niet aan je vast. Jij was het mooiste in mijn leven de enige die bij me past. Jij had me alles kunnen geven mijn hele leven lang en nu zing ik en verdring ik dat ik nog altijd zo naar jou verlang. Want ik mis je zo lief, ik mis je zo, ik mis je zo, ik mis je. Jij bent m'n harem. Je bent m'n heiland ik leef van alles wat jij morst jij ben tmijn haven en mijn eiland jij bent mijn honger en mijn dorst. Jij bent de bron dat oerverlangen geen enkele andere vrouw houdt mij in haar hart gevangen want ik wil altijd, altijd weer terug naar jou. Maar waarom pas nu, nu het te laat is voel ik al die liefde in mijn hart nu er in er in de jouwe niet meer plaats is jij bent al lang opnieuw gestart. Zal ik ooit nog iemand kunnen vinden mijn lief ben zo bang daarom zng ik en verdring ik dat ik nog altijd dat ik nog altijd zo naar jou verlang. Want ik mis je zo lief, ik mis je zo, ja, ik mis je zo o, ik mis je, o ik mis je, o ik mis je zo, ik mis je zo, ik mis je.

Tekst en muziek: Jan ten Hoopen