al van bij mijn geboorte haddekik al nen droge leverde doopvont wier voor mij gevuld met bier en met jenever de paster zei: "allee na toe, da kan toch katholieker, die mens wordt gene kristen, nee da wordt nen alkolieker"
ik hebbekik van mijn ouwers thuis meer slaag as freet gekregen al 't geld ging naar den drank, en den boef bleef achterwege 'k kreeg nooit de borst maar wel de fles, da stond toch veel ludieker want die was vol jenever en zo wier kik alkolieker
en wou ik mijn commune doen, dan mocht ik ni meer drinken mijnen asem die mocht in de kerk ni naar jenever stinken de pastor wier voor mij dan ook nog veel antipatieker want zellef zoop em wijn gelak nen echten alkolieker
den dokter kwam voor mij aan huis met pillekes en met spuiten die vent die vloog na twee minuten met zijn kloten buiten de rommel dienem voorschreef maakte mij alleen mor zieker 'k geneesde door den drank gelak nen echten alkolieker
en koom ik ooit te sterven door den drank of door iet slechter dan komt er bovenoep mijn graf nen hele groten trechter dan zal oep mijne zerk staan: hier lee ne fanatieker kom geftem iet te drinken want het was nen alkolieker