in het landje van de Belgen, waarvan Caesar vruger zei dapper maar’k mut ze verdelgen, is er een volk weltevree da’s het ras van de Sinjoren, van die stad daar aan het Scheld ieder die d’r is geboren, is daar vreslijk oep gesteld
als het sneeuwt in de Ardennen en het regent aan de kust komt dan Antwaarpe verkennen, da’s voor elken Belg ne “must” als het bliksemt in de Walen, hedd’in Vlaandren donder g’had is Antwaarpe ’t ideale: altijd zomer hier in’t stad
wij zen van de stad der steden, wij zen van de metropool de sinjoor wordt hier aanbeden als een nationaal idool voor de biekes is er honing, voor de ratten is er ’t Kiel mor voor ons een bolleke Keuning en oep d’n Bosuil, hart en ziel
als het sneeuwt in de Ardennen en het regent aan de kust komt dan Antwaarpe verkennen, da’s voor elken Belg ne “must” als het bliksemt in de Walen, hedd’in Vlaandren donder g’had is Antwaarpe ’t ideale: altijd zomer hier in’t stad
open armen voor de vremden, zeker oep de vogelemarkt Nederlanders, die ontheemden, zen hier geen geval apart ’t is dus echt ni goe te snappen dat de Sinjoor, bekan volmaakt door agrarische smeerlappen voor dikke nek wordt uitgemaakt
als het sneeuwt in de Ardennen en het regent aan de kust komt dan Antwaarpe verkennen, da’s voor elken Belg ne “must” als het bliksemt in de Walen, hedd’in Vlaandren donder g’had is Antwaarpe ’t ideale: altijd zomer hier in’t stad