Eerlijk waar, ik wil niet bang zijn Maar als 'k in 't donker lig Hoor ik alsmaar vreemd geschuifel Voel 'k een oog op mij gericht Als 'k me omdraai zie ik net de Staart van een beest achter het behang En uit de kast, daar komt een zwaard En dan ben ik toch weer bang
Eerlijk waar, ik wil niet bang zijn Maar al die kleren op mijn stoel Worden langzaam kleine ventjes Eerst een paar en dan een boel En dan hoor ik zware stappen Plof, plof, gaat het door de gang In de verte hoor ik klappen En dan ben ik toch weer bang
Eerlijk waar, ik wil niet bang zijn En ik doe ook best mijn best Maar zodra 'k alleen in bed lig Wordt mijn dapperheid getest Door wel duizend gekke piepjes Door geklaag en gezang En dan weet ik dat het nep is Maar dan ben ik toch weer bang
Mammie zegt: "Je moet niet zeuren Je bent toch veilig bij ons thuis" Ja, maar 's nachts loopt in de buurt vaak Heel onguur en raar gespuis Want dan lees je in de krant weer Dat er ingebroken is Of je hoort opeens de brandweer Nou, dan weet je, 't is weer mis
Maar ik heb er nu wat op gevonden Als ik nog een keer wat hoor Kruip ik diep onder de dekens Of doe watjes in mijn oor Want ik heb een beer genomen Die kan waken als ik maf En op alle enge dingen Stuur ik gewoon mijn waakbeer af
Ik heb nog nooit zo goed geslapen Zelfs alleen zijn vin'k nou fijn Want met waakbeer naast mijn bedje Hoef ik nooit meer bang te zijn
Ik heb nog nooit zo goed geslapen Zelfs alleen zijn vin'k nou fijn Want met waakbeer naast mijn bedje Hoef ik nooit meer bang te zijn