Toe poorter laat er mij toch in , ik heb geen geld geen haven Mijn vrouw en kinderen zijn dood , ik heb ze zelf begraven
Ik zie de torens van de stad , ze dagen in het oosten Ik wou dat ik er vrienden had die mij er konden troosten Ik ben al veertien jaar op reis , wil mij onderdak geven Een stukje brood een beker wijn , het is mij om het even
Toe poorter laat er mij toch in , ik heb geen geld geen haven Mijn vrouw en kinderen zijn dood , ik heb ze zelf begraven
Ik loop al heel mijn leven lang door bes en veld en heide Ik jaag met wolven en ik slaap aan de berin haar zijde Dit zoeken duurt al veel te lang , wil mij ervan verlossen Dus kom en steek mij dood mijn vriend , begraaf mij in de bossen
Toe poorter laat er mij toch in , ik heb geen geld geen haven Mijn vrouw en kinderen zijn dood , ik heb ze zelf begraven
Ik weet niet veel ja dat is waar maar 'k weet wat er zal komen De oorlog naakt , het uur is daar ja , 'k zag het in mijn dromen Ik zag het branden in de stad , de kerken en de huizen De duivel brandde alles plat , de mensen en de muizen
Toe poorter laat er mij toch in , ik heb geen geld geen haven Mijn vrouw en kinderen zijn dood , ik heb ze zelf begraven
Ik zag verwoesting en geweld , de grond die zag ik beven Ik heb er U nu van verteld , wil mij een stuiver geven