Toen de dichters gingen staken op een mooie dag in mei Omdat zij geen zout verdienden in de pap, de balkenbrij Dreven lied'ren op de winden ongeschreven zo voorbij Toen de dichters gingen staken in de mei
Toen de dichters bleven staken in de hete zomerzon Werd geen lied meer opgelaten als een kleine luchtballon Zelfs geen puntdicht kwam te voorschijn, alles bleef in de cocon Toen de dichter bleven staken in de zon
Toen de herfst z'n oude kleur kreeg duurde nog de staking door Blaad'ren vielen van de bomen, maar van dichters nog geen spoor In de bos vond men de sporen van het paddestoelenrijk Kleuren hingen aan de bomen zo te kijk
In de koude gure winter leek de wereld grijs en kaal Niemand durfde meer te zingen, niemand kwam meer op 't verhaal Maar toen 't voorjaar in het land kwam was het met de staking uit En een nieuwe lente bracht een nieuw geluid
Dichters grepen naar de toetsen in het eerste lentelicht Heel de aarde lag weer open, heel de wereld een gedicht Ook als zij geen zout verdienden in de pap, de balkenbrij Zong hun hart weer van de lente, van de mei