Onder maanlicht In de nachtelijke stilte Zweven schimmen en gedachten En gedaanten door de deur Langzaam, langzaam Worden langzaam maar zeker diep van kleur Worden dieper, warmer, zwaarder, sterker En zij krijgen stemmen Ach! Hoe die spreken, dwingend zacht
Onverwacht komen stemmen in de nacht Onverwacht, onverwacht O, de macht van de stemmen in de nacht
Stemmen, stemmen die voorspellen En die een geheim vertellen
Wat de dag niet heeft geduld Heeft de dromer nu onthuld
Hoor toch, voor de nacht verbleekt Wat er spreekt Hoor wat er spreekt Hoor wat er spreekt Luister, voor de nacht verbleekt Hoor wat er spreekt Luister, voor de nacht verbleekt Luister, voor de nacht verbleekt
Ben je zelf dat fluisterend verlangen Waar je luisterend door wordt bevangen Of komt iets uit hoger sferen In de nacht jou inspireren Met gebaren En een woord Niet vergeten, niet vergeten Weten, weten Wat je 's nachts gezien hebt en gehoord Die gebaren Ieder woord, ieder woord Niet vergeten, niet vergeten, weten, weten Niet vergeten, niet vergeten, weten, weten Wat je 's nachts gezien hebt en gehoord Wat je 's nachts gezien hebt en gehoord Wat je 's nachts gezien hebt en gehoord