De glazenwasser zingt zijn lied
De wereld int'resseert het niet
Geen enkele krant die van hem schrijft
Dat hij zijn dictie overdrijft
De keukenmeid zingt haar chanson
"Mijn Kobus is mijn honnepon"
En nooit komt er een journalist
Die zegt dat zij vibreert of slist
Maar als je voor het voetlicht staat
En daar je liedje horen laat
Is er kritiek van het publiek
En nog kritiek op die kritiek
En vraagt je soms een kranteman
Of hij je interviewen kan
Dan denk je: ha, publiciteit
Maar lispelt vol bescheidenheid

Zet u dat vooral niet in de krant, meneer
Want het is beslist niet int'ressant, meneer
Ik hou niet van publiciteit
Ik sta in 't leven liefst off-side
Ik heb aan die reclame zo het land, meneer
Zet u dat vooral niet in de krant, meneer
Hier heeft u mijn portret, mijn nieuwste stand
Maar zet u het vooral niet in de krant

(Mevrouw, er is een verslaggever van de Sensatiepost!)

O, komt u binnen, take a chair
Een glas champagne vieux, meneer
'k Ontbijt vandaag met Veuve Cliquot
De trente cinq brut, ah, nerveus, you know
Een diplomaat der grote vier
Die stuurde me een kroonsaffier
Maar 'k heb geen lust hem aan te doen
Een vrees'lijk prul van twee miljoen
Een kroonprins uit een zeker land
Deed tweemaal aanzoek om mijn hand
Hij wenst mij naast zich op de troon
Maar ik krijg hoofdpijn van een kroon
Sam Goldwyn loopt me ook steeds na
Weet u, dat ik trouwen ga
Die Aga Khan van Hindoestan
(telefoon gaat) Hallo... nee vandaag niet cocaineman

Maar zet u dat vooral niet in de krant, meneer
Want het is beslist niet int'ressant, meneer
'k Ben twee parelsnoeren kwijt
Maar geef het geen publiciteit
Zet u dat vooral niet in de krant, meneer
Uit eerbied voor een vorst uit zeker land, meneer
Hier hebt u mijn portret, is 't niet elegant
Maar zet u het vooral niet in de krant

(Mevrouw, er is een verslaggever van de Vrijzinnige Gemeente!)

Neemt u plaats, vergunt u mij
Dat ik deze laatste pen afbrei
Mijn brave moeder wil zo graag
Dat ik zelfgebreide kousen draag
Al ben ik aan het toneel, meneer
'k Ben al van zes uur in de weer
Ik brei en zing een sticht'lijk lied
Want wuft vermaak begeer ik niet
Blieft u een glaasje warme melk
Mijn spreuk is: melk is goed voor elk
Wie zich aan drank te buiten gaat
Wordt prooi van Satan, vroeg of laat
En opschik, hou ik ook niet van
Mijn wens is slechts een ernstig man
Van onbesproken goed gedrag
Die ik zeven kind'ren schenken mag

Maar zet u dat vooral niet in de krant, meneer
't Maakt een nederig hart zo int'ressant, meneer
't Is allemaal maar ijdelheid
Ik leef liefst in vergetelheid
Zet u dat vooral niet in de krant, meneer
Want ijdelheid heeft Satan tot trawant, meneer
De zonde loert van Grauw tot Loon op Zand
Dus zet u mij vooral niet in de krant

(Mevrouw, daar is iemand van de Rooie Vuurpijl!)

Ah, kom maar bij de bak, meneer
Een glaasje wodka voor een keer
Dat beste bier is niks voor mij
In deze rotte maatschappij
Hier was net zo'm imperialist
Die een grote filmrol voor me wist
Maar ik zei: smeer 'm, en subiet
Voor oorlogshitsers werk ik niet
Al weet ik niks van politiek
Het Schellinkie blijft mijn publiek
Ik ben een vrouw die 't liefste speelt
Voor Jan Publiek, voor zweet en eelt
Die clubfauteuils tel ik niet mee
Ik walg van hun vijf piek entree
Op Het Schellinkie, straks allemaal
Nou, proost... en weg met het kapitaal


Maar zet u dat vooral niet in de krant, meneer
Je krijgt er zo gauw last mee in dit land, meneer
Al plukken wij ook straks de vrucht
't Blijft nou een roebel in de lucht
'k Heb liever een paar gulden in de hand, meneer
Maar zet u dat vooral niet in de krant, meneer
'k Heb juist een rijke Yankee aan de hand
Maar zet u dat vooral niet in de krant