Louise, was een leuke meid Van nauw'lijks twintig jaar Zij was een petit peu nerveus Maar dat was geen bezwaar Maar zij beet op haar nageltjes Dat vond haar Moe een straf En telkens als zij weer begon Riep mamma: blijf toch af
refr.: Louise, zit niet op je nagels te bijten Bah, wat vies Louise Je zult met dat bijten je nagels verslijten Bah, wat vies Louise Hou met dat bijten op anders heb je een strop Je kleine vingertjes zijn toch geen lollies lieve pop Louise, zit niet op je nagels te bijten Bah, wat vies Louise
Men heeft haar kleine nageltjes Met mosterd vol gesmeerd Maar zij heeft trots die mosterdkuur Het nog niet afgeleerd Zij likt er nu de mosterd af En smult nog eens zo fijn Alsof haar kleine vingertjes Van vleescroquetjes zijn
refr.
Men heeft het toen met nagellak Een keertje geprobeerd Maar zij had lak aan 't lak En 't lak toen opgeconsumeerd Men doopte haar vingers in de azijn Toen schreeuwde zij vol vuur: Het smaakt me net zo lekker Als augurkjes in het zuur
refr.
Haar moeder sprak: dat bijten schat Heeft m'n gemoed bezwaard Een meisje zonder nageltjes Is voor een man niets waard Want als jij later trouwen gaat En manlief valt je aan Hoe moet jij dan dat monster Zonder nageltjes verslaan?
refr.
Louise kreeg verkering Met een leuke jongeman Haar nageltjes zijn aangegroeid Je ziet er niets meer van En als je vraagt: hoe komt dat nu Dan antwoordt zij vol pret Mijn jongen houdt mijn handen vast En steeds mijn mond bezet