God is niet dood, al hoor je dat ook vaak beweren Je kunt wel degelijk met God communiceren Het wordt nog steeds gedaan met bijbels en brevieren Maar het gaat ook op tal van andere manieren Neem Simon Vinkenoog die vroeger God niet bliefde En niet geloofde in de goddelijke liefde Hij is veranderd in een kwispelstaartend hondje Sinds God hem opgezocht heeft met een suikerklontje Ach, ieder heeft zijn eigen religieuze roes Zo neem ik zelf een tangoplaatje uit een hoes Ik zet 't op de pick-up en voor 'k het weet Is het begonnen en heeft God mij stevig beet
Ik dans met God zo goddelijk de tango Want op een tango zijn wij allebei verzot Ik dans met God zo goddelijk de tango Soms leidt God mij, soms leid ik God Hij danst zo soepel en zo licht en zo veerkrachtig En toch is Hij beslist al ver over de tachtig Hij danst zo statig en toch evengoed zo vlot Wat een genot, o gottegottegot
God is niet dood, Hij leeft in hutten en paleizen Waar iedereen met Hem verkeert op andere wijze Dominee Buskes door een beetje op te zwellen En de Margriet door een enquete in te stellen Gerard Kornelis van het Reve brandt een kaarsje Of strijkt verliefd een jonge ezel langs het aarsje En in de kloosters doen ze 't meestal door te zwijgen En op de Veluwe door polio te krijgen Dat doet mij deugd, ja dat verheugt mij werklijk zeer Ik kijk daar absoluut geen ogenblik op neer Maar 'k zoek het toch voor mijn persoonlijke mystiek Steeds weer het liefste in die nooble dansmuziek
Ik dans met God zo goddelijk de tango En dat alleen stemt mij tevreden met mijn lot Ik dans met God zo goddelijk de tango Van het begin, tot aan het slot En als het afgelopen is dan buig ik even En 'k zeg, o God wat hebt Gij mij weer veel gegeven Want al die meiden doen de tango zo verrot 't Was een genot, o gottegottegot wat een genot 't Was een genot, o gottegottegot