Als de mensheid straks naar de maan gaat Is er dan niet een stel Dat de maan gewoon de maan laat En zegt: wij blijven wel Als de mens planeten gaat bebouwen Wie waakt dan hier op aard' Over bossen en landouwen Over tuinen, meer en vaart
Goed, dan blijven wij hier samen wonen Als bewakers van de wereldbol Die wij eerst behoorlijk gaan verschonen Want die smeerboel is ons al te dol En voor 't tuinwerk maken wij Er wat kleine tuinlui bij
Als ze ons dan brieven gaan schrijven En zeggen: kom toch ook Want hier bij de bovenburen Leef je licht als rook En wij hebben hier op de planeten Een nieuwe vrucht verbouwd Door daar heel veel van te eten Word je duizend jaren oud
Nou, dan houden wij ons bij de druiven Die de aarde biedt in overvloed Laten hun daar bij het maanzaad gnuiven Want wij weten: 't wijnjaar is weer goed In de wijnroes maken wij Er een kleine zuiplap bij
Als ze schrijven: 't is heel bijzonder Zo'n winter op de maan Groene sneeuw en paarse donder Een lege oceaan In die lege oceaan zweven In scholen vissen rond En het vlees dat zij ons geven Is geen kat en ook geen hond
Nou, dan gaan wij lekker eens de zee op Want die is natuurlijk dan weer schoon Halen netten verse vis uit zee op: Haring, kreeften, wijting, zeelt en poon En na 't smullen maken wij Er wat kleine vissen bij
Na hun eindeloos lange maantrip Landen zij weer bij ons aan In een blank-plutonium maanschip Op zoek naar 'n nieuwe maan En ze denken: die gaan wij bewonen Weer een planeet erbij Maar dan zien ze sla en bonen En de koeien in de wei
Nou, dan horen zij van onze zonen Dat de mens hier nog op aarde leeft Dat het fijn is hier nog steeds te wonen Omdat liefde er weer waarde heeft En ze mogen blijven, echt Maar wel eerst als boerenknecht Maar wel eerst als boerenknecht