Jouw vader en de mijne Ze gingen aan de zwier Ze zochten hun vertier Achter vreemde gordijnen Jouw moeder en de mijne Ze klaagden bij elkaar Ze huilden bij elkaar En zo had elk het zijne
Zij wilden, dat ik je trouwen zou Ik, die jou niet beminde Wilden, dat jij mij trouwen zou Jij, die niet hield van mij Zij dachten, dat ik je liefje was Ik, die jou niet beminde Dachten, dat jij mijn minnaar was Jij, die niet hield van mij
Ze zongen 't hoogste lied Jouw vader en de mijne Jouw moeder en de mijne Ze hadden veel verdriet Wij waren niet als zij We droomden van de vrijheid Een leven vol van blijheid Twee kinderen in de mei
Zij wilden, dat ik je trouwen zou Ik, die jou niet beminde Wilden, dat jij mij trouwen zou Jij, die niet hield van mij Zij telden onze kinderen al Alsof ik jou beminde Zij telden onze kinderen al Maar jij hield niet van mij
Vakantie, een hotel Jouw vader en de mijne Jouw moeder en de mijne En wij? 't Was kinderspel We slipen in een bed Het was niet meer dan dromen Maar het is ervan gekomen Getrouwd volgens de wet
Zij wilden, dat ik je trouwen zou Ik, die jou niet beminde Wilden, dat jij mij trouwen zou Jij, die niet hield van mij En wij? Wat moeten wij nu doen Ik die jou niet beminde En wij? Wat moeten wij nu doen Jij, die niet hield van mij